zondag 15 augustus 2010

Vrolijk gezin

 Het kleine rode Speelderken - zo ragdun bebroed  dat je haar als boekenlegger had kunnen gebruiken - heeft een mooie begrafenis gekregen. Haar ouders, niet ontmoedigd door deze tegenvaller, gingen om beurten op een ei broeden en...  hoera, een nieuw duifje verscheen in het nest.
Pa en Moe vonden het zo fijn dat ze onmiddellijk twee nieuwe eitjes gingen bebroeden.
We wachten in spanning af wat er nu gaat gebeuren, want het nieuwe duifje is inmiddels groot, vol dons, mooi bevederd en dikker dan haar familieleden. Zij lijkt geen zin te hebben om oefeningen te gaan doen, vliegen b.v.
Ze zit nogal dom te kijken naar haar ijverige ouders en gelukkig zit haar krop propvol.Vandaag of morgen zal ze wel eens op de wieken gaan, bezorgd nagekeken door ons, nog onervaren duivenhouders.

donderdag 20 mei 2010

Speelderkens 3

Feest in het duivenhok? Er ligt twee lege eierschilletjes, op zijn minst is er één babyduifje...
We wachten in spanning af.
Na een paar dagen zien we het lege nest met een vogeltje zo plat als een vloeipapiertje. Een beetje dons en een snaveltje. dat is al wat er rest.
Het zal nog wel even duren eer ik blij wordt van onze duiven, die notabene Speelderkens heten.

donderdag 6 mei 2010

Kip naar dierenarts

Eén van de jonge Oud Engelse vechtkrieltjes kan haar eerste eitje niet kwijt. Ze is al uren aan het zwoegen, heeft haar leghok verlaten en zit buiten in het gras nutteloos te persen, waarbij een stukje van het witte eitje zichtbaar wordt.
Ik google: 'Kip kan ei niet kwijt.'
Spoed is geboden, kipje moet naar de dierenarts, anders blijft ze erin.
Beeldige blonde dierenarts grijpt kipje en maakt bewegingen met haar smalle handen alsof ze geld aan het tellen is. 'Vangt U het op?' vraagt ze en... daar rolt een veel te groot hard met bloed besmeurd ei in mijn hand.
Kipje zichtbaar opgelucht en ze krijgt nog een injectie om haar gezwollen cloaca te herstellen.

vrijdag 2 april 2010

Lucas

Hij rijdt op zijn driewieler over de laan in het schemerdonker, gehuld in oranje jas en op zijn hoofd prijkt een hoge hoed.
 Eveneens oranje. Lucas praat nooit, hij woont op Scorlewald, een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. 
Ik laat mijn honden uit en hoor tot mijn grote verrassing de zachte stem van Lucas: "Mevrouw, de stand is 4-1 voor de Lage landen!" 
Dan rijdt hij zwijgend door naar zijn bestemming. 

Grauwe vliegenvanger

Een zacht plofje tegen het openstaande raam. O - verdorie nog toe - daar ligt een kleine vogel op z'n kant op de stoep. Rob is er eerder bij dan ik. Ik zie hem hurken en voorzichtig pakt hij het vogeltje op. Daar ligt het in de kom van die grote mannenhanden:de grauwe vliegenvanger. Wat een ongelukkige naam voor zo'n mooi en fijnzinnig vogeltje. Deze pechvogel ademt als een bezetene. Zijn staart zit scheef en hij houdt zijn kopje opzij. Wat nu? We leggen hem in een grote pot met viooltjes en ik duw hem enigszins in model... Opeens maakt hij wat onhandige bewegingen en raakt met z'n kopje onder groen blad. We besluiten dat het beter is om naar binnen te gaan en hem rust te gunnen. Joehoe... na tien minuten is de vogel gevlogen. 

Kastanje

l een paar jaar maakten we ons zorgen om onze kastanjeboom. Hij had niet langer zo'n mooie gladde bast en liet niet meer een dik tapijt van kastanjes vallen op het pad. Wel spreidden zijn takken zich nog even uitnodigend uit naar de hemel. Maar er verschenen steeds meer zwammetjes op zijn stam en op de takken. Een bomenspecialist sprak zijn oordeel uit: "Deze boom is dood." Het gaf ons een dof gevoel van weemoed alsof het één van onze dieren betrof. Maar een boom wordt niet begraven. De aanvraag voor de kapvergunning zorgde echter wel weer voor officieel rouwbeklag. Het voelde als een overlijdensadvertentie, want het werd vermeld in de krant. We vertelde het onze buren. De boom staat op de grens van hun tuin en de onze. Och, het was zo jammer, vonden zij want hun kinderen hadden vroeger zoveel plezier beleefd aan de kastanjes en aan de schommel die aan de onderste tak hing. Gisteren reed eer een vreemde auto het erf op. Naast de bestuurder zat een heel oude dame. Zok bleek de vorige bewoonster te zijn van ons huis. In zangerig Noord Hollands vertelde zij dat Kees, haar oudste zoon, op een keer uit de duinen was gekomen met een kastanje waar een worteltje aan zat.. Wij keken samen naar haar opgeheven hand waarin voor ons geestesoog het prille leven van de kastanje verscheen. " Ja, onze Kees was nog maar vier jaar en we hebben hem samen eerst gewoon in de tuin gezet en later, toen het al een boompje werd op deze plaats... ik ben nu negentig en Kees is - even kijken - achtenvijftig. Ja... ik las het bij de kapvergunningen, maar nu zie ik het wel. Hij is dood!" Ze zuchtte even en zei daarna met een lieve lach dat het nu eenmaal zo kon gaan in het leven. Heel veel kastanjes waren ziek geworden. Zij had juist van deze afscheid willen nemen. Ze reden weg en het was duidelijk: dit eervolle bezoek had troost gebracht. 

Nog een reactie op de zomergast.

Haiku Die vlieg niet doodslaan! Hij wringt voor u zijn handjes hij wringt zijn voetjes issa (1763 - 1827) 

Mail van vriendin..

Dit mailtje kreeg ik vanochtend als reactie op de Zomergast. Weet je wel dat ik erg gek ben op die verhaaltjes, dat ik ze herhaaldelijk herlees? Wil je wel weten hoe je een vlieg weer tot leven kunt wekken? Vang een vlieg, gooi hem in een glas bier. Wacht tot hij dood is, haal hem dan uit het glas, leg hem op tafel, bedek hem helemaal met zout, laat het even inwerken en blaas het zout er vervolgens af. De vlieg wordt wakker, schudt zich uit en vliegt weg! nogmaals liefs, mathilde. Mathilde is dierenarts, wat je toch niet zo gauw zou denken bij dit griezelverhaal. Ik ga het in ieder geval niet proberen.

Zomergast

Hij pest me, hij treitert. Ik vind het erg dat hij op de hoogte is van mij voornemen. Ja, hij weet het, ik zal niet slaan. Geen wonder dat hij alles durft, alles probeert en overal is waar je hem niet hebben wilt. De hele zomer is hij hier. Al een paar keer heb ik geprobeerd om hem tot andere gedachten te brengen: "Eruit jij - weg - wèg! Rotkreng, nu is het af en uit met jou." Maar nee hoor, het lukt me niet en het gedram en gejudas begint opnieuw. Zo hinderlijk wordt zijn gedrag dat ik mijn voornemen niet langer gestand wil doen. Ik doe het, ik ga slaan! Wàt... slaan? Nee, ik ga meppen en niet zo zuinig. En dan opeens doet hij het weer, vlakbij op tafel en in de late avondzon vouwt hij zijn voorpootjes samen, strijkt ze over elkaar, buigt zijn rode hoofdje en haalt er vliegensvlug de pootjes over. Dit herhaalt hij keer op keer. Vervolgens maakt hij dezelfde beweging met zijn achterpootjes en wast in een vloeiende vaart zijn vleugels. Rotvlieg. Ik kan het niet, ik sla dit mooie wezentje niet dood. 

Carel

Het is al een paar weken geleden gebeurd, ik kon er alleen nog niet toe komen om het op te schrijven. Op een avond haalde ik de krant uit de bus en op dat moment passeerde Lars Hij is ook een bewoner van Scorlewald, evenals Carel. Moeizaam, alsof hij de woorden uit de lucht moest happen, met gestrekte hals en zijn ogen omhoog gericht, hoorde ik hem zeggen: 'Carel.... is.... over..... leden.' Ik schrok en in de hoop dat het iemand anders betrof vroeg ik hoe oud Carel was geworden. 'In de zeventig', zei Lars. Opluchting, het was Carel met de spiegeltjes fiets niet! O, als ik hem morgen zie dan gaan we dat vieren, dacht ik. Maar... hij was het wél en hij is maar 48 jaar geworden. Ik mocht afscheid van hem komen nemen op zijn eigen kamer. Het leek wel of er een glimlach om zijn mond lag. En op het witte doek dat zijn lange lichaam bedekte lagen talloze piepkleine boeketjes in allerlei kleuren. Zo vaak vertelde hij mij dat hij ging verhuizen, het leek er niet van te komen. Nu was het dan toch eindelijk zover. Voor hem het allerbeste, maar wat zullen wij hem gaan missen, die vriendelijke grijze krullenbol. 

Vreemde bewegingen

Grote plukken hooi vliegen door de lucht alsof het grote vogels zijn. Eén luchtige bos dwarrelt zelfs over het dak van ons huis. Ik vang het op en wil het de geiten aanbieden. Maar nee... Carolien en Ada deinzen achteruit. Hoe lekker en hoe vers dan ook, ze hoeven het niet. Ten eerste bevalt hen de lange en wapperende jurk niet die ik aan heb, ten tweede is er net een helicopter te laag overgevlogen. Deze was er de oorzaak van dat het pas gemaaide hooi van de buren zomaar de lucht werd ingezogen. 

Raadsel

Hoe kan dit nou? Precies tussen de zware cocosmat en de betonnen drempel van de achterdeur ligt een dikke zwarte drol. Gelukkig niet op of tegen de cocosmat aan. Toch heel raar... Wie van onze honden is hiertoe in staat? Straks ga ik het opruimen - ik wil eerst ontbijten. Of toch eerst... Ik buig me over de zanderige zwarte heuvel, pak een stokje en duw er tegenaan. Het geeft mee en... er blijft niets aan het stokje zitten. Ik schuif de mat weg en zie meteen een lange uitgestrekte poot. Ach jé... het is een pad, hij is morsdood. Ik doe een plastic handschoen aan, pak hem op en ik zie dat zijn keel beweegt. Om zijn droge zwarte bek lijkt een brede glimlach aanwezig. Doodstil zit hij in mijn handpalm. Ik zoek naar een geschikte paddenplek tussen paardenbloemen en dovenetel en zet hem daar voorzichtig neer. Nog steeds geen beweging in dat dikke zwarte lijf. Na het ontbijt ga ik kijken;.... hij is wég! 

Kikker

Net wakker uit haar middagslaapje belt kleindochter Afke(3) op. Fluwelig zacht klinkt haar:’Hallooo...’ Na de mededeling dat zij in het bezit is van grotemensen kauwgom vraagt ze hoe het met de kuikens gaat. ‘Het gaat goed hoor, ze worden al groot en bij drie kuikens komt er een rood kammetje op hun kop.’ Ik denk dat Afke misschien een haarkammetje voor zich ziet, maar tot mijn verrassing zegt ze:’ Dat zijn dan hanen!’ ‘O, dat is knap van jou, maar nu is er ook nog ééntje, die heeft helemaal niks op haar kop, wat is dat dan?’ ‘Een kikker!’ zegt Afke. Even is het stil en dan hoor ik haar zachtjes giechelen. 

Litteken

Kleindochter(8) belt. Ze zegt: " 't is moeilijk hoor!" 
"Wat?"
"Nou, de strijkstok - de viool en de telefoon vasthouden - kijk, daar valt de strijkstok al."
En verder: " Ik ben naar de kapper geweest." 
"Oh, geknipt?" " 
"Nou, alleen de puntjes. Ik heb vlechtjes en m'n pony.... die is - ja - die zit - nou, oh ja, die zit boven op m'n hoofd.... ja, hoe heet dat nou... zo'n litteken!!" 
Later hoor ik van haar vader, dat het een scheiding betrof. 

Ouderdom

Ja hoor, het was zover. Ik voelde het, ik was opeens oud. Hoofdpijn en een evenwichtsstoornis maakten me een aantal dagen heel onzeker. En... er hing een spinnetje voor mijn ogen. Het zat er - verdorie - in. In m'n linker oog. Een mouche volante heet dat. Intussen ben ik redelijk gewend aan dat 'vliegje' en na een paar luie dagen en lang slapen voel ik me weer een gewoon mens. Dan maakt het niet meer uit of je jong bent of oud. Het komt erop neer, dat ik me niet jong voel en ook niet oud. Ik voel me lekker en ik geniet van de prachtige herfst met ongewoon veel groen blad aan de bomen. 

Vleugels

Vleugeltjes hechten zich aan mijn hart als ik denk aan die twee daar aan het meer in ûs Heitelân. O... zo kwam men dus vroeger aan zo'n mooie achternaam. En die paste toch even goed bij de meest bijzondere tante die bestond. Mijn eigen tante Gonne Vliegenthart. 

Delft 1942 Wippolder

Mijn vriendinnetje Willy en ik hebben ruzie met een stel jongens uit de Spiekmanstraat. We zeggen onaardige dingen tegen elkaar. Ik wil het nog erger maken en zeg tegen één van de jongens: "Ach joh, jij komt uit de Wippolder!" "Jij ook!" zegt hij. "Ja, Maar ik woon aan de rand." En dan zegt hij een zin die ik mijn hele leven onthouden heb en die ook in familiekring nog steeds van tijd tot tijd gebezigd wordt. Hij zegt:"De rand van het bos is ook bos." Hier heb ik niet van terug en Willy ook niet. We kijken nog een keer naar dat jongetje en gaan stilletjes terug naar huis op de Delfgauwseweg. 

Herinnering aan de Nassaulaan in Delft

Half december, 1944 Het is al donker op de Nassaulaan. Onder een lantaarn dansen een jongen en een meisje, ze houden elkaars handen vast. Het meisje heeft haar rechterbeen tot boven haar knie in het gips zitten. Ik kom net van gitaarles, ik zie ze en sta als aan de grond genageld. Ze zingen een liedje: " Meisje, meisje houdt je hartje vast.... want Cupido houdt veel van schaatsenrijden...." Op de maat van het liedje verzetten zij steeds één been. Ik word opeens overspoeld door gevoelens van weemoed en verlangen. Het is eng en mooi tegelijk. Ze blijven het liedje herhalen en draaien alsmaar om de lantaarn heen. Ik moet naar huis gaan en op de hoek kijk ik nog een keer om, ze dansen nog steeds....

Poesiealbum en verjaardag van Hilde

Een nieuwe bh gekocht, een hele mooie. En – voor de laatste keer knip ik het kostbare juweel eraf. Ik plak dat in jouw boekje als herinnering aan al die andere strikjes en glinsterdingetjes die na aankoop onverwijld afgeknipt dienden te worden en afgegeven aan de kleine Hilde. Vertel me alsjeblieft niet dat je dit allemaal vergeten bent, net zoals dit het geval was met het geluid van de klankschalen uit de grote box in de stacaravan op Texel. Om de beurt zette ik jou en je vriendje Rens er pal tegenaan met jullie lieve ruggetjes. De bedoeling was om niet alleen te luisteren naar de klankschalen, maar om de trillingen te voelen. Dit alles om angst en heimwee te bezweren, ik geloof dat het nog veel erger werd... Je herinnert je er in elk geval niets meer van. Misschien wel weggestopt, al die ellende, denk je niet? Het was allemaal leuk en spannend om jou te logeren te hebben, vooral omdat jouw reacties meestal onvoorspelbaar waren. Samen met jou bezocht ik een keer mijn zus. Bij het afscheid zwaaide zij ons na met haar door reuma misvormde hand. Onmiddellijk stak jij twee scheve vingertjes omhoog en zwaaide naar haar met net zulke rare hoekige schokken als zij deed naar ons. Er was een tijd dat jij voor ieder O liever een U zei. Op een keer zei ik tegen jou: ‘Dat is dum, hoor!’ Reactie:‘Dat mag je niet zeggen, stummert!’ En dan is zo snel de tijd gekomen dat de kleine Hillebilly een grote Hilde is geworden, zelfs groter dan ik ben. Op een avond laten wij samen de honden uit op de Mollaan en we hebben onze armen om elkaar heen. Zo gezellig en vertrouwd, daar kan je wel eens van dromen als je pas Grootmoeder geworden bent. Maar als het dan ook nog verwezenlijkt wordt is dat een heel gelukkig moment. Dag lieve Hilde, alle beste wensen van mij vergezellen jou.

Turkse Tortel

Met opgebolde veren zit hij te wachten op een kale tak in de eik, een tak hoger zitten twee bosduiven. Zij wachten ook. Het vriest nog behoorlijk. Op blote voeten en nog in nachtpon ga ik met een bakje graan naar buiten en zet het neer voor Laurens, het oude haantje. Hij wil graag graantjes pikken uit het bakje, Bertha, de oude dikke kip heeft het liever uitgestrooid. Ze zijn amper begonnen aan hun ontbijt of de duiven uit de eik komen aanvliegen en pikken ijverig mee. Bertha wordt boos, richt zich op en jaagt ze alledrie weg. Even houden ze nog afstand, maar bij de nieuwe poging is er niets meer aan de hand. Er wordt gezamenlijk en stilletjes gegeten. Achter de ramen kijken de honden toe. Als het vijftal vleugelvriendjes verzadigd is, mogen de honden naar buiten en één van hen eet de laatste graantjes op. 

Zondagmorgen

Na een lange kerkdienst liep de gemeente stemmig het kerkepad af. Tussen het zachte gemurmel en het geklikklak van zondagse schoenen klonk opeens luid de stem van mijn vijfjarige zoon. Met fonkelende ogen van boosheid schreeuwde hij: 'Had Eva maar nooit aan die appel gezeten, dan hadden we dit niet gehad!' 

Scheldpartij

Hugo – onze hond - heeft een bloedhekel aan reigers. Het levert hem veel stress op wanneer we hem niet loslaten als hij een reiger in het land ziet staan. Het liefst wil hij dwars door sloot of vaart spurten om de reiger op te jagen om vervolgens nog een tijdlang blijk te geven van zijn ongenoegen. Sinds kort is er een reiger die heel kwaad is op Hugo. Deze reiger had uit een sloot een paling gevist. Triomfantelijk steeg hij op met de dikke spartelende paling in zijn snavel geklemd. Ik kwam net aanlopen met Hugo. Zijn razend geblaf verstoorde de ochtendrust op het laantje. Reiger liet zich niet onbetuigd, hij krijste terug en dit nu was niet zo verstandig van hem, want hij verloor hierbij de paling... De zielsgelukkige paling viel terug in de sloot, maar de scheldpartij tussen de reiger en Hugo kende z’n weerga niet. 

Lente

Midden in de nacht word ik wakker van een geluid dat ik niet meteen herken. Ik hoor:'Puuut-puuut-puut.... puut - puut'. Steeds weer in herhaling. Ja, nu weet ik het weer, dit lieve liefdeslied is van onze pad. Hij is weer wakker geworden in het onooglijke vijvertje dat zich in de tuin bevindt. Het was in deze winter, tijdens de vorstperiode, ook al zo verbazingwekkend dat ik in deze 'vijver' twee enorme vissen aantrof. Helaas morsdood. Volgens een kenner waren het voorns, behorend tot de familie van de karper. Hoe komen zij in zo'n rotvijvertje terecht? Gelukkig voor de pad dat hij weg kan gaan wanneer deze plek hem niet langer meer bevalt. Gelukkig voor mij dat hij er nog niet voor gekozen heeft, want ik wil graag wakker worden voor zijn zoet liedje 'Puuut - puut - puut!'. 

Vrouwencirkel

"Talent moet wel via scheurtjes kunnen ontsnappen, zoals dat ook gebeurt met het vuur van vulkanen...." Het talent te onderzoeken, vast te houden en dan weer te verpakken. Het talent dat in deze groep vrouwen gezocht, bezeten, gedeeld wordt, om elkaar te bevragen op wezenlijke zaken, elkaar uit te nodigen tot een klaterende lach, elkaar tot stilte proberen te zijn, een geestelijke rijdans te kunnen dansen, en ook de degens eerlijk kruisen. Elkaar tot schouder kunnen zijn en zo in kleine kring elkaar tot 'vuurvonkje' te toveren, om voorzichtig 'licht' te zijn. Dus... plamuur ze niet dicht die scheurtjes, maar laat al de hier bovengenoemde vonkjes maar ontsnappen. 

Hoog bezoek

Op een mooie dag in de herfst, kregen wij in Langweer hoog bezoek: De rector van het gymnasium en zijn vrouw, de heer en mevrouw Vogelaar. Op de thee. Mijnheer Vogelaar keek over het meer en het leek hem erg aardig om mijn zoon Romke over het water te zien scheren met de O.K.jol. Daar had Romke niets op tegen en hij trok zijn wetsuit aan, daarover heen een oude in jacquard gebreide jurk van mij om het kwetsbare pak niet te beschadigen. Geen zeilpetje, maar een zwarte vilten hoed werd op het lange steile haar gezet. De O.K. jol lag op een trailertje vlak voor het raam, zodat wij de voorbereidingen konden volgen. Met ruime bewegingen ging Romke over het gelakte hout van het bootje. In zijn handen had hij een zachte doek, waarmee hij opgedroogde waterspatten wegveegde. Na een kwartier dit schouwspel te hebben gevolgd, vroeg mijnheer Vogelaar:" Wat doet Romke nu eigenlijk?" "Hij maakt het bootje mooi glad!" antwoordde ik. V.:"Oh, is dat nodig? Ik zei, dat het vast en zeker de bedoeling was. De poetsbewegingen werden nu fijnzinniger, meer geconcentreerd op kleine, voor ons niet zichtbare vlekjes. Ik begon me ongemakkelijk te voelen, want ik zag, dat mijnheer Vogelaar ongeduldig werd. Er was intussen opnieuw een kwartier verstreken. Ik liep naar Romke toe en vroeg of hij nu het bootje in het water wilde laten glijden, want de rector en z'n vrouw wilden onderhand wel eens opstappen. "Eerst moet het bootje schoon!" "Romke, doe dat dan straks, als je gezeild hebt." "Nee zo ga ik niet het water op!" Het wrijven en poetsen ging onverminderd door en ik keek naar het echtpaar, dat stuurs door het grote raam naar buiten blikte. " Romke, alsjeblieft, die lui willen je nog zien varen, maar ze zijn nu echt aan het chagrijnig worden. Gooi die boot in het water!' " Het is nog niet klaar!" " Begrijp dan, dat die mensen zo weggaan, terwijl ze op dat zeilpartijtje gewacht hebben!" " Dat kan wel zijn, ik maak het eerst af!" Wat er 'af' moest was mij ook niet duidelijk, maar ik gaf het op en ging weer naar binnen. Mevrouw Vogelaar had juist haar vest aangetrokken en zij verkondigde, dat zij beiden weer naar Leeuwarden teruggingen. Ik weet niet meer of jullie nog afscheid genomen hebben, ik denk het eigenlijk niet. Wel zie ik het beeld nog voor ogen, twee wegwandelende mensen op het pad en hier bij het huisje - onder de zwarte hoed - mijn ijverig poetsende zoon. 

Kater

Nog een koude wind, toch werd er een heerlijk plekje gevonden door de dikke rode kater. Genietend strekt hij zich en traag likt hij zijn rechter nagelig poezenpootje. Het dak is zalig warm. Van wie is de lieve kat? Ja -die is van de buurvrouw. Van wie is dat warme dak dan wel? Nou, dat is de bovenkant van het lelijke autootje dat naast poes zijn huis staat. 

Poësie aan Bergen aan Zee

Voorzichtig, wandelende onbenullen. Golven weten te verhullen - het klein gevaar - gemeen en bloedig pijnlijk: een zeevrucht aan uw teen. 

Strandwandeling

Er stond een straffe noorderwind bij een strakblauwe lucht tijdens het lopen aan zee. We liepen met z’n drieën, mijn vriendin Ange, Kyra - de Hollandse herder - en ik. Kyra begon last te krijgen van haar ogen door het opstuivende zand. We beëindigden de wandeling en besloten poffertjes te gaan eten om geen lege maag te hebben tijdens het volgende onderdeel van de dag. We gingen de - prachtig onderaan de duinen gelegen - begraafplaats in Schoorl bezoeken. Het lag er beschut, stil en mooi in het late zonlicht. Er was niemand - dachten we - totdat

Speelderkens 2

Ik zou toch vertellen wat Speelderkens eigenlijk voor wezens zijn. Intussen hebben ze zich sinds een maand in de kas genesteld. Hoewel dit niet een goed woord is voor dit stel ruzievinken. En dit is ook alweer geen goed woord, want het zijn duiven. In ieder geval is het een voordeel dat ze een lollig kuifje op hun achterhoofd hebben, maar dan heb je ook alles gezegd. Het ene stel is blauwgrijs, het andere is roodbruin. De laatsten hebben het zwaar, want de blauwen willen liever dat de bruinen niet mee eten van het graan. Het wordt straks beter, zegt hun baas. Ze moeten eerst jongen krijgen en dan mogen ze vrij vliegen. Ze komen dan terug voor de kleintjes. Een optimistisch beeld... hoe komen ze ooit aan vrijen toe tijdens de dagelijkse ruzies. (wordt vervolgd.) 

Scherp puntje

" Mijn hoektand is eruit", riep ze door de telefoon. "Ik zat er de hele tijd aan te draaien en ineens kon hij niet meer terug. Toen ging ik nog meer draaien en opeens had ik hem in m'n hand. En nu zit ik steeds met m'n tong in dat gat! En daar zit een scherp puntje...." 

Spinpoes

Het is pikkedonker, ik lig in bed en ik hoef niet hard te gaan zingen. Helemaal niet, want Poes is stiekem de slaapkamer binnengeglipt. We zijn allebei heel stil. Niet echt stil, Poes spint en dat is mooier dan zingen. Zij ligt op mijn borst en het spinnen dreunt donker door mijn ribben. Ik kriebel haar achter het oortje en dan hoor ik nog een extra geluidje, iets hoger aan het eind van haar ademhaling, of aan het eind van de uitademing, dat weet ik niet precies. Het spinnen wordt zachter, ik voel het resoneren in mijn borst niet meer. Het spinnen houdt op. Poes slaapt! Het lijkt net of

Ambitie

Als ik zou opgroeien in deze tijd zou ik te weten kunnen komen of Het Hoofd Der School (van de Mulo in 1941 te Delft) het bij het rechte eind had toen hij mijn ouders verkondigde: “ Het meisje heeft geen ambitie”. Ik voelde me meteen gerustgesteld, want wat je nu eenmaal niet hebt dat kun je ook niet meer krijgen. Daar hoef je dan verder niet meer over na te denken. Of mijn vader en moeder daar ook zo over dachten wist ik niet... ik was allang weer onderweg naar de mooiste plek om te gaan spelen, de tuinderij aan de overkant. Mijn kleinkinderen groeien op in deze tijd. Er is een heel druk kleindochtertje bij dat zo goed wordt opgevangen en begeleid, dat haar schooltijd geen belemmering vormt voor het plezier in haar bestaan. Integendeel, ze vindt het fijn op school. Dit is iets waar ik met ontzag naar kan kijken. En ik voel bewondering en waardering voor mijn oudere kleinzonen en kleindochters. Naast studie zijn er baantjes, zij kleden zich smaakvol en zien kans om te reizen naar verre oorden. En... het zijn ook nog eens schatten van mensenkinderen geworden. Als ik mocht kiezen in welke tijd ik zou kunnen opgroeien... Já, zeker in deze tijd! Je weet maar nooit, misschien heeft het meisje wel ambitie...

Speelderkens

We gaan ze binnenkort ophalen, de Speelderkens. Wat dat zijn? Ik zal het vertellen. Maar eerst moeten ze welkom geheten worden, anders is het niet eerlijk. Dus... doe maar mee met het uitkijken naar die aardige....

vrijdag 5 maart 2010

Het Koningboek

Het is midden in de nacht als de slaapkamerdeur openzwaait. Ik geloof haast mijn slaapverdwaasde ogen niet; daar staat mijn buurvrouw met mijn zevenjarige zoon aan haar hand. 
Ze zegt: ‘Kijk, daar liggen ze!’ Hij had gedroomd dat zijn ouders hem hadden verlaten en zich naar de buren gespoed om hulp. 
De achterdeur bij de buren was niet op slot en zo kon hij hun slaapkamer betreden. 
Zij knipten hun beddenlampje aan en mijn zoon zag een boek op het nachtkastje liggen. Hij vroeg om uitleg over de titel. Het was iets met ‘koning’ erin. ‘Ja, het is goed hoor, een andere keer’, sprak buurvrouw, pakte zijn handje en bracht hem naar zijn eigen huis. 
Geen titeluitleg, alleen maar: ‘Kijk, daar liggen ze.'

Dag uit 1000

10 januari 1995



Zon en ijs en schitterend vriesweer. Mooier kan het niet op de verjaardag van onze oudste zoons hun oudste dochters. Iedereen doet maar alsof dit gewoon is.... Ik vind van niet.

In het Bergense bos

Een oude vrouw loopt met haar twee mini Schnautzers het bos uit. Wij komen net aan en onze honden zijn benieuwd naar die twee en trekken me naar de vrouw toe.
" Ze zijn zo lief en zo slim, mijn hondjes". zegt ze. "Zij missen mijn man ook zo erg, het is nog maar twee maanden geleden... hij gleed zomaar weg".
Opeens lopen er tranen over haar gezicht en dan zegt ze: "Sorry".

donderdag 4 maart 2010

Kukeleku


Kukeleku...

15:47, 25/04/2009 
Onder het slaapkamerraam klinkt een luid gekraai. Ik word klaarwakker en realiseer me dat dit niet kan, want Laurens, het tienjarig Chabothaantje, is immers vorige week overleden. Hij was de laatste van het koppeltje Chabot kippen. Bertha de logeerkip, een Wyandot, is nu het enige dier op twee poten op ons erf. Bertha en Laurens kwamen iedere ochtend graantjes opeisen bij de keukendeur. Ik ga naar beneden en zie tot mijn grote verbazing dat Bertha een dikke borst opzet en kraait alsof zij Laurens heeft ingeslikt. Onze Bertha kan kraaien als een haan...

Waterstokerij, december 1941


11:19, 27/12/2009 .. 0 reacties .. Link
In de Wippolder is de waterstokerij van Schuurhuizen. Middenin de Spiekmanstraat. 
Het is nog donker als mijn vader op maandagochtend twee tonnen kokend water voor de was gaat halen. Hij loopt twee keer naar Schuurhuizen, want er kan maar één ton op de houten steekwagen. 
Onderaan de ton zit een stop met een gore doek eromheen, zodat er geen water uit kan lopen onderweg. Als het hete water eenmaal in de wasmachine zit, dan moet je de slinger heen en weer gaan bewegen, het liefst 250 keer. 
Waarom het een wasmachine heet is niet duidelijk, want je moet alles zelf doen. Maar goed, er zit ook een wringer gemonteerd aan de rand van de wasmachine. 
Helaas maakt die wringer het geheel nog niet tot een feest. De hele was moet twee keer door de wringer gedraaid worden. Eén keer vanuit het sop en de tweede keer na het spoelen. De was wordt wel schoon, maar de stemming steeds slechter. Iedereen die moet helpen wordt vreselijk chagrijnig. Kortom: erg gezellig is het niet bij ons op de maandagochtend. 

De rode kluif

Een bedroefde stem klinkt aan de telefoon: "Onze Rakker is vannacht overleden". Rakker was het hondje van onze buren, hij was negen jaar en opeens erg ziek geworden. 
Een paar dagen later bel ik ze of zij weer een hond zouden willen hebben. Ze zijn n.l. allebei al aardig 'op leeftijd'. Van harte klinkt er: 'Já, we kunnen helemaal niet zonder hond en Dirk moet z'n loopje houden!' 
Wij gaan aan de slag, zoeken op internet, bezoeken asiels en na veel omzwervingen, die ruim een week in beslag nemen,

Geheimzinnig

Behalve het gekrijs (of is het krassen?) van jonge uilen hoorde ik vannacht dat andere geluid van volwassen uilen, een lange toon met een sidderend middenstuk.
Dit klinkt me heerlijker in de oren dan het geluid uit wat voor muziekinstrument dan ook. Ik wil er ook graag wakker voor worden.
Er lijkt een hele familie aanwezig en ik vind het erg jammer dat ik ze nooit te zien krijg.